Andries Bicker | ||
---|---|---|
1586 - 1652 | ||
Andries Bicker (1586-1652) door Bartholomeus van der Helst, Rijksmuseum Amsterdam (1642)
| ||
Heer van Engelenburg | ||
Periode | 1647 – 1652 | |
Voorganger | Jacob Bicker | |
Opvolger | Gerard Bicker | |
Vader | Gerrit Bicker | |
Moeder | Aleyd Andriesdr Boelens | |
Dynastie | Bicker |
Andries Bicker (Amsterdam, gedoopt 14 september 1586 - Amsterdam?, 24 juni 1652) heer van Engelenburg (bij Herwijnen) was een koopman en bewindhebber van de VOC, gedeputeerde der Staten-Generaal en kolonel in de schutterij. Hij dreef een pelshandel op Moscovië, waarmee hij schatten verdiende.
Bicker was een lid van het Amsterdamse regentengeslacht Bicker dat, samen met het het geslacht De Graeff, een halve eeuw lang het bestuur over de stad Amsterdam, over het gewest Holland en daarmee over de Republiek der Verenigde Nederlanden in handen heeft gehad.[1] In 1646 - toen de Republiek op het hoogtepunt van haar macht stond - bekleedden zeven leden van de familie Bicker tegelijkertijd een politieke functie.
Andries Bicker was de leider van de "staatsgezinde" oppositie tegen stadhouder Frederik Hendrik van Oranje en samen met Jacob Dircksz de Graeff,[2] de leider van de arminiaanse factie in de Amsterdamse regering.[3]